Exoten of uitheemse soorten zijn soorten die zich door toedoen van de mens ergens gevestigd hebben waar zij oorspronkelijk niet vandaan komen. Sommige soorten zijn zo succesvol in hun nieuwe omgeving dat ze zich met grote kracht kunnen uitbreiden en verspreiden. Dit gaat vaak ten koste van inheemse soorten – zij verdringen hen geheel of gedeeltelijk en verstoren verhoudingen. Als dit gebeurd, worden zij invasieve exoten genoemd.

 

Niet alle exoten zijn invasief: slechts één op de honderd tot duizend introducties leidt tot een plaag. Invasieve exoten produceren veel zaden, hebben een efficiënte verspreidingsstrategie en komen meestal in de pioniersstadia van een ecosysteem voor (Van Kleef et al., 2016). Exoten gedragen zich voornamelijk invasief in een omgeving waarin het aantal inheemse soorten laag is, of die verstoord of aangetast is.

 

Exoten worden vaak al snel als ongewenst beschouwd – al is dit niet altijd terecht. Of de aanwezigheid van een exoot ongewenst is, hangt meestal af van de toestand van het bos en de doelen van de beheerder. Voor houtproductie bijvoorbeeld, spelen uitheemse soorten zoals douglas en Japanse lariks nog steeds een belangrijke rol. Op de bossen op de arme zandgronden worden vooral de Amerikaanse vogelkers en de Amerikaanse eik als invasief gezien, ondanks dat zij ook een positieve invloed kunnen hebben.

Gerelateerd aan dit probleem:

Publicaties

Zoek in onze uitgebreide database

Zoeken in publicaties